Theings zijnĀ beings (‘wezens’) en ‘things’ (dingen’, ook abstract) (o.a. zelfstandig naamwoorden en voornaamwoorden).
Er is in principe geen geslacht. Een geslacht kan, waar nodig, worden aangegeven met een prefix of suffix.
Het meervoud wordt gevormd met een ander ovject, de suffix s (multiple).
Voorbeelden van theings: